Voor mijn master proef was besproken en beslist dat ik 1. een vernieuwend prentenboek (pop-up) zou maken met als hoofdpersonage kleur (+tekst / vorm) en 2.een interactief spel met dezelfde hoofdvlakken, wat in klasverband kon worden gespeeld en de kinderen op een leerrijke en originele manier met kleur/ vorm/ (tekst) ging laten omgaan. Na de foute beginfase van vorige week begon
ik met volle moed aan een nieuwe start.
Ik zette de bedenkingen van de research nog eens op een rijtje en voegde er enkele toe :
Ik zette de bedenkingen van de research nog eens op een rijtje en voegde er enkele toe :
-Eigen fantasie / inbreng van de kinderen speelt een grote rol in hun kleurkeuzes.
-Primaire kleuren blauw, rood en geel scoren bij kinderen het hoogste.
-jonge kinderen hebben één favoriete kleur
waar ze moeilijker vanaf stappen dan oudere kinderen.
-de auteur en kinderen kozen dezelfde kleuren
maar enkel bij ‘specifiek kleurgebruik’ zoals ‘een schaap is wit’,
achtergrondkleuren, die voor sfeer zorgen, verschillen.
-jongens kiezen ook voor kleuren als roze of meisjes voor zwart, letten echt op de gevoelens die uit het boek worden weergegeven en kiezen hun kleuren op basis hiervan.
-kinderen vonden het onderzoek fijn, werd
gezien als een soort spel.
Ik begon aan de bedenkingen voor een mogelijke uitwerking van SPOOR1: het vernieuwend prentenboek
Om inspiratie over kinderboeken op te doen
zocht ik in de bibliotheek naar 3D-boeken (pop-up) omdat ik de kinderen
intensief wou betrekken in de kleur en lees-ervaring. Op deze manier kon ik mijn
leesboeken ook interactief maken. Één van deze boeken vond ik erg geslaagd. Er werd gewerkt met felle kleuren op zwart papier
wat deze kleuren feller naar voor brengt en de ‘gaten’ in het boek werden
steeds groter, erna terug kleiner. Ik bekeek nog enkele pop-up boeken waar ze
door middel van ‘gaten’ een interactief boek creëren maar bij de meeste vond ik
het jammer dat de achterkant van iedere pagina niet benut
werd. De gaten werden vergroot en op de
achterpagina’s werd enkel tekst geschreven. Dit was ook zo bij mijn voorbeeldboek maar hier waren deze pagina’s nog interessant door de verschillende vormen (gaten) die samen nog een figuur maakte. Ik kon dus
kiezen: het gat iedere maal vergroten of dezelfde grootte laten behouden. Ook begon ik ideeën te vormen van hoe ik de achterpagina's die nu niet benut werden toch te gebruiken.
Ik werkte een dummy uit waarbij het gat iedere
maal vergroot werd omdat ik dit interessanter vond voor mee te werken. Door
deze dummy bedacht ik me dat achteraan het boek een kleurpagina kon worden
geplaatst (kleur naar keuze van het kind) en zo ‘de gaten’ gevuld konden worden
met de lievelingskleur van het kind. De negatieve ruimte kon dan bijvoorbeeld het
hoofdpersonage zijn, wat door middel van het pop-up boek de persoonlijke
lievelingskleur van het kind zou verkrijgen.
Ik werkte voor de consult nog een idee uit
waarbij het kind bij iedere pagina een andere kleur kon kiezen door middel van
plastieken pagina’s met een gleuf achteraan. Zo konden de kinderen, doorheen
het verhaal bepalen welke sfeer of gevoel ze bij ieder deel / afbeelding kregen
en kreeg je uiteindelijk een ware ‘gevoelens-boek’ over je eigen kind door middel van kleur. Hieronder ziet u voorbeelden.
Bij de feedback reageerde de begeleiders erg
enthousiast op het gegeven van de negatieve ruimte in het boek. Natuurlijk kon
hier nog meer mee gebeuren en ze gaven me enkele tips in welke richting ik
verder moest gaan. Zo noemde ze een auteur die ook werkte met vlakken over
elkaar te schuiven (o.a. door middel van 'gaten' of negatieve ruimtes) om zo figuren te creëren,
namelijk Paul Ibou. Het tweede idee werd afgeworpen, dit was naar
hun smaak geen interessante uitwerking, omdat met de plastieken weinig
speelruimte was.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten